Anti-pestprotocol

Pestprotocol ’t Atrium

Dit doen wij tegen pesten

Pesten vindt vooral plaats in de onderbouw in de leerjaren 1, 2 en 3. Soms komt pesten ook voor in de hogere leerjaren. Pesten komt voor in de klaslokalen en erbuiten. Moderne media spelen hierin vaak een belangrijke rol. Het is de taak van de school om adequaat op te treden tegen het pesten van leerlingen en tegen pesters. Het beleid van onze school is erop gericht dat gepeste leerlingen zich zo snel mogelijk weer veilig voelen. 

Anti-pestcoördinator

Mevrouw Makelaar is de anti-pestcoördinator op ’t Atrium. Als leerlingen gepest worden, en dat komt op elke school voor, gaan ze eerst naar hun mentor toe. Deze zal zich ervoor in zetten om het pesten te laten stoppen. Soms lukt dat niet, of is de situatie ingewikkeld. Zowel leerlingen als docenten/mentoren kunnen dan bij haar terecht. Mevrouw Makelaar is werkzaam op onze school als school psycholoog. Zij zorgt ervoor om onze school voor iedereen een fijn en veilig leer- en leefklimaat te laten zijn. Vanaf nu verklaren wij ’t Atrium tot “pestvrije zone”.

Wat doen we sowieso?

  1. Tijdens de introductiedagen van de klassen van leerjaar I worden door de leerlingen zelf klassenregels bedacht. Deze regels worden in het mentorboekje opgeschreven. 
  2. Pesten van leerlingen wordt nadrukkelijk tijdens de mentorlessen aan de orde gesteld. Ook gedragscodes uit het mentorboekje, rondom sociale media (een groepsapp) worden besproken.
  3. Er is een heel hoofdstuk in de mentormethode van klas 1 gewijd aan pesten. Het verschil tussen plagen en pesten komt aan bod. Waarom wordt de gepeste gepest? Waarom pest de pester? Hoe reageren de anderen? Hoe kunnen situaties worden opgelost? Leerlingen nemen een enquête af bij hun ouders en er is een opdracht om ouders voor te lichten over digitaal pesten. 
  4. Tijdens de lessen Nederlandsen in de A-weken bij K&C komt het thema pesten in het leerstofaanbod aan de orde.

Protocol

  1. Melden
    Als een leerling wordt gepest, kan de leerling dat vertellen aan een docent, de mentor, een vertrouwenspersoon of de conrector. Ook een ouder, docent of een medeleerling kan een melding van pesten doen. 
  2. Vaststellen en gesprekken voeren
    Als er een melding is gedaan over een pestsituatie zal altijd de mentor van de gepeste worden ingelicht. De mentor heeft een gesprek met de gepeste leerling om vast te stellen hoe ernstig de situatie is. De mentor maakt hier, afhankelijk van de ernst van de situatie, een notitie van in Magister. Als het pesten betrekking heeft op leerlingen uit diverse klassen, wordt ook de mentor van de andere leerlingen erbij betrokken. Nadat het slachtoffer is gehoord, zal er ook een gesprek met de pester(s) volgen. Ook hiervan maakt de mentor een notitie in Magister. De mentor trekt een conclusie over wat er is gebeurd en welke partijen zijn betrokken. Als de situatie ernstig is, kan de mentor de conrector inschakelen.
  3. Acties
    De mentor organiseert een gesprek tussen gepeste en pester. Daarin kan de pester zijn verontschuldigingen aanbieden en kan de gepeste aangeven wat het ongewenste gedrag is. Ook wordt afgesproken wat de consequenties zijn als het pesten door blijft gaan. Afhankelijk van de ernst van de situatie, kan de mentor een straf opleggen. 
  4. Ouders informeren en betrekken
    De mentor neemt telefonisch contact op met de ouders van de gepeste en de ouders van de pester om de situatie en eventuele sancties uit te leggen. Tenzij de ernst van de situatie dit niet nodig maakt. Hiervan maakt de mentor een notitie in Magister.
  5. Herhaling
    Als de situatie niet opgelost blijkt, maar er bij herhaling wordt gepest, wordt de conrector ingeschakeld. De mentor analyseert de situatie en na overleg, voert de conrector gesprekken met de gepeste en de pester. Ook informeert de conrector de ouders telefonisch en legt zo nodig een zwaardere straf op. Mocht het pesten niet stoppen, dan kan de conrector de leerling schorsen. Tevens wordt de situatie dan besproken in het zorgteam en wordt overwegen welke hulp ingezet kan worden voor de pester en de gepeste. Ouders worden op school uitgenodigd door de conrector en de mentor. In een gesprek wordt afgesproken hoe de situatie opgelost kan worden.